Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.0652
2 en 3 november 1938

Voorspelling - Het gericht van God - Natuurelementen

In tijden van de hoogste nood heeft de Heiland zichzelf steeds te kennen gegeven en daarom zal de Heer zich ook nu openbaren en de macht van de Allerhoogste zal voor de hele wereld duidelijk worden. En de eeuwige Godheid zal zich rechtstreeks uiten. In enkele ogenblikken zullen alle mensen op aarde aan de natuurelementen overgeleverd zijn en met een donderstem zal de Heer hen wakker schudden.

En degene die zonder schuld is, zal de zon stralend aan het firmament zien opgaan en voor hem zal de heerlijkheid van God zichtbaar worden. Maar de anderen zullen door ontzetting overmeesterd worden. Ze zullen proberen te vluchten en in alle richtingen hetzelfde gericht herkennen. En de Heer zal nog degenen, die in de grootste nood tot Hem bidden, verzamelen. Hij zal zich liefdevol over hen buigen en hen redden, terwijl daarentegen alles, wat ook dan nog niet de reddende hand van de Vader grijpt, vernietigd wordt.

Elk woord van liefde, dat Hij tot de zijnen spreekt, zal onbeschrijflijke gelukzaligheden teweegbrengen, maar vreselijk zal Zijn stem klinken voor degenen, die geen acht op Hem slaan. En alles, wat de mensen tot vermaak en vreugde diende, zal onder deze stem ineenstorten. Hij zal de machtigen neerslaan, de hogen ten val brengen en de geweldenaars, die niets in de wereld vrezen, zullen beven.

De Heer heeft deze tijd verkondigd in woord en geschrift. Maar de mensen slaan geen acht op Zijn woord en zo menigeen voelt zich zelfs nog geroepen om Zijn goddelijke woord, dat de mensen tot hun heil gegeven werd, van hen te vervreemden en hiertegen ten strijde te trekken. Deze strijd zal op zo'n duidelijke manier wraak nemen op de twijfelaars en de goddelijke macht zal hen vernietigen.

Wanneer deze tijd nabij is, zullen de stormen dag en nacht razen. Het schijnsel van de sterren zal uitdoven en de zon zal achter de wolken blijven en de hemel zal verduisterd worden en vuur zal op de aarde vallen. En wat in Zijn naam bijeenkomt, zal zonder angst en beven het natuurgeweld aanschouwen. Maar de anderen zullen door mateloze schrik gegrepen worden en geen landstreek zal gespaard blijven. Onder de dieren zal paniek uitbreken en de mensen zullen ze niet kunnen temmen, want hun eigen noodlot houdt hen in angst en beven.

En alleen het licht uit de hemel zal de gemoederen tot bedaren kunnen brengen. En overal waar dit licht schijnt en van de Heer van de hemel en de aarde getuigt, zal er vertrouwen zijn. Aan allen, die het woord van de Heer horen en zich daaraan houden, zal hulp verleend worden, want de Heer belooft degenen, die Zijn woord horen en ernaar leven, het eeuwige leven. Hij zal ook de zijnen beschermen in de nood die over de aarde uitbreekt.

Maar jullie, die de Heer dienen, moeten dan stevig staan en niet wankelmoedig worden, want de Heer heeft jullie nodig en zal jullie kracht geven en als jullie Zijn stem horen, zullen jullie jubelen en Hem dienen tot in eeuwigheid. En jullie zullen onophoudelijk door Mij begeleid worden, want Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij. Ze zullen Mij niet verloochenen, maar Mij openlijk belijden tegenover degenen die hen bedreigen en daarom staat mijn liefde steeds voor hen klaar.

Maar omdat de tegenstander enorm tekeer zal gaan om de mijnen schade te berokkenen, zal de tijd van het gericht en de kwelling slechts van korte duur zijn, want de mens is zwak en de mijnen moeten geen schade lijden aan hun ziel. Ik wil er ook voor zorgen, dat de tegenstander degenen, die in hun nood hun smeekbede tot Mij richten, niets kan aandoen en Ik wil hen op wonderbaarlijke manier sterk maken. Elke roep tot Mij zal verhoord worden en elk leed zal Ik zeer spoedig stillen. Maar degene, die in de duisternis blijft en zich verzet tegen Degene, Die dit de mensheid oplegt, zal door de aarde verzwolgen worden en zal zich daarheen wenden, waar zijn ziel al leeft. In de donkerste nacht in de boeien van Satan.
Maar dan zal de lichte morgen aanbreken voor al mijn schaapjes. Ik zal hen leiden en ze zullen mijn roep volgen. En er zal maar één kudde en één herder zijn.

Amen